Vanwege de beperkt beschikbare van stikstofdeskundigen schuift Minister Harbers 14 infraprojecten naar achteren. Dit schrijft de minister op 23 juni in een brief aan de Tweede Kamer. Dat projecten in de vertraging komen omdat continue herberekeningen in projecten capaciteit bij markt en overheid overvragen is helaas een bekend probleem. Bouwend Nederland maakt zich zorgen dat door dit gebrek aan deskundigen de ontwikkeling van belangrijke verbindingen steeds verder vertraagd wordt. Dit vertraagt de economische ontwikkelingen in de betreffende regio’s en draagt niet bij aan het bereikbaar houden van ons land.
Naar aanleiding van de MIRT-brief Projecten die in planning naar achter schuiven, herhaalt Bouwend Nederland de volgende twee oproepen:
- Ten eerste om niet alleen regionale overheden te betrekken, maar ook de stikstofdeskundigen die bij marktpartijen werken. Door samenwerking komen we sneller verder.
- Ten tweede, legt dit nieuws pijnlijk het echte probleem bloot. Door het gebrek aan zekerheid moeten berekeningen keer op keer opnieuw worden gedaan. Daarom moet er een duidelijk plan komen te liggen voor houdbare stikstofreductie. Het gepresenteerde stikstofplan van het kabinet is een gedurfd plan voor het noodzakelijke herstel voor de Nederlandse natuur. Helaas moeten we wel constateren dat bij de reductiedoelen die het kabinet stelt geen ruimte is ingebouwd voor de vergunningverlening die op de korte termijn nodig is voor nieuwe economische ontwikkelingen.
De eigen doelstellingen van het kabinet op het gebied van woningbouw, klimaatadaptatie, verduurzaming, energietransitie en mobiliteit dreigen zo onhaalbaar te worden. Dat blijkt ook uit deze 14 vertraagde projecten. Wederom brengt Bouwend Nederland daarom met kracht de mogelijkheden tot versnelde stikstofreductie onder de aandacht via het plan “Duurzaam Evenwicht”. In dit plan dat leunt op breed maatschappelijk draagvlak doet Bouwend Nederland samen met VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO, Natuurmonumenten en Natuur & Milieu voorstellen die de stikstofreductie tot 2030 versnelt. Het biedt daarmee direct ruimte voor herstel van natuur, PAS-melders en een breder perspectief voor boeren, nieuwe economische ontwikkelingen en ruimte voor bouw en infra. Alleen dit is een duurzame oplossing voor het probleem, geeft zekerheid en haalt de druk van constant herijken af.